blog

Vererven van aandelen in B.V. leidt tot belastbare aanmerkelijk belang winst.

Zelfdoeners


In de rechtspraak zie ik regelmatig dat de erfgenamen van een vader of moeder, die aandelen in een eigen B.V. had, zelf de aangiften erf- en inkomstenbelasting verzorgen. Zij realiseren zich dan niet dat over de meerwaarde van de aandelen in de B.V. 25% aanmerkelijk belang belasting verschuldigd is.
 
Onlangs besliste  de rechtbank Zeeland-West-Brabant over twee van dergelijke gevallen.
 
Fictieve vervreemding bij overlijden
Het overlijden van een aandeelhouder wordt als een fictieve vervreemding van zijn of haar aandelen gezien. Dit kan al spelen als de echtgenoten in gemeenschap van goederen zijn getrouwd. Ook wanneer de aandelen bijvoorbeeld alleen op naam van de man staan.
 
In beide uitspraken had de inspecteur in eerste instantie  de aangifte inkomstenbelasting van de overledene gevolgd. De erfgenamen hadden geen aanmerkelijk belang winst opgegeven. De inspecteur ontdekte de fout later en legde voor de aanmerkelijk belang winst een navorderingsaanslag op.
 
De erfgenamen verzochten alsnog om de aanmerkelijk belang claim te mogen doorschuiven. Maar dat is bij een slapende B.V. niet mogelijk. Alleen voor aandelen in een vennootschap met een actieve onderneming  kan een beroep gedaan worden op de zogenoemde bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). Als deze aandelen door vererving op de kinderen overgaan, geldt een grote vrijstelling voor de erfbelasting en kan de belasting heffing over de aanmerkelijk belang winst naar de erfgenamen doorgeschoven worden.
 
Nieuw feit of kwade trouw
Toen deze ontsnappingsmogelijkheid niet werkte stelden de erfgenamen dat de inspecteur geen navorderingsaanslag mocht opleggen omdat er geen sprake was van een nieuw feit.
 
In het ene geval kwam de rechtbank tot de conclusie dat er sprake was van kwade trouw. Een nieuw feit is dan niet nodig.
 
In het andere geval stelde de rechtbank dat er wel degelijk sprake was van een nieuw feit. De inspecteur mocht dus een navorderingsaanslag opleggen.
 
De aanslag werd toch verminderd  en wel om de volgende redenen. In deze casus overleed de vrouwelijke  helft van het echtpaar. De man was in dienst van de B.V. en die had hem een pensioen toegezegd. De B.V. had de pensioenverplichting in eigen beheer gehouden. Bij het vaststellen van de waarde van de aandelen ontstond er een discussie over de waarde van de pensioenverplichting. Hoe hoger deze is, en de pensioenverplichting mag bij de berekening van de waarde van de aandelen commercieel berekend worden, hoe lager de waarde van de aandelen is.
 
De inspecteur berekende het voordeel uit aanmerkelijk belang in eerste instantie op bijna € 300.000. En hij belaste dit bedrag volledig bij de erflaatster.
 
Berekening waarde aandelen
De erfgenamen schrokken nogal van dit bedrag en schakelden alsnog een goede belastingadviseur in. Deze stelde dat bij de berekening van de waarde van de aandelen rekening gehouden mocht worden met de pensioenverplichting berekend volgens de commerciële  methode inclusief de verplichting voor het nabestaandenpensioen.
De inspecteur vond dat dit niet kon omdat er door het overlijden van de echtgenoot van het personeelslid van de B.V. geen nabestaandenpensioen meer verschuldigd was. Maar de rechtbank overwoog dat een partner van de werknemer volgens de pensioenbrief recht had op een nabestaandenpensioen. En het begrip partner werd daarbij ruim uitgelegd. Dat was niet alleen iemand waarmee hij getrouwd was maar het kon ook een geregistreerd partner zijn of een ongehuwde persoon waarmee hij duurzaam een gezamenlijke  huishouding voert. Het gaat er om dat iemand een dergelijke partner heeft op het moment dat hij overlijdt. Hoewel de echtgenoot van de erflater op het moment dat de aandelen fictief werden vervreemd uiteraard geen partner meer had, kon deze situatie later weer veranderen. En daar hield de rechtbank rekening mee. De waarde van het nabestaandenpensioen werd op ruim € 200.000 gesteld. De totale pensioenverplichting werd daardoor € 250.000. Via wat ingewikkelde berekeningen stelde de rechtbank het vervreemdingsvoordeel voor 50% van het aandelenpakket op € 130.000.
 
Kiezen bij de aangifte
De erfgenamen probeerden nog om dit voordeel helemaal aan de man toe te rekenen. Dan zou welke correctie dan ook uiteindelijk toch geheel vervallen. Fiscale partners mogen een voordeel uit aanmerkelijk belang namelijk naar eigen inzicht aan elkaar toerekenen. Maar dat moeten zij dan wel gelijktijdig met het indienen van hun aangifte inkomstenbelasting doen. In dit geval was dat niet gebeurd omdat er in eerste instantie geen inkomen uit aanmerkelijk belang werd aangegeven. Het gevolg was dat  deze bate later van rechtswege voor 50% aan de erflater werd toegerekend en voor 50% aan de langstlevende (de man). Het ging hier om het belastingjaar 2010. De inspecteur kon nog tot eind 2015 een navorderingsaanslag opleggen. De uitspraak van de rechtbank dateert van 21 juli 2016. Toen was de vijfjaarstermijn voor het opleggen van een navorderingsaanslag verstreken.
 
Het lukte dus niet om de hele aanmerkelijk belangwinst aan de man toe te rekenen maar per saldo werd er maar een fractie van het in eerste instantie door de inspecteur berekende bedrag belast.
 



29 January 2017, Gepost door Peter Meijne


Dit kan ik voor u doen!

Meijne belastingadviseurs beschikt over een brede ervaring. Heeft u een lastige kwestie op gebied van belastingen? Peter Meijne is zeer gespecialiseerd en is u graag van dienst op onderstaande gebieden: