blog

Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald …….

In dit geval was men echter wel ten hele gedwaald maar juist door die juridische dwaling kon een kostbare fout hersteld worden.

Hans koopt in het jaar 2015 de woning van de zus van zijn oma (zijn oudtante) voor € 225.000. De waarde is echter € 325.000. In deze koop zit dus een schenking besloten van € 100.000. Hiervan wordt een schenkingsakte opgemaakt en Hans dient een aangifte schenkbelasting in.

De Belastingdienst legt op 30 september 2016 een aanslag schenkbelasting op van € 30.000. Hans maakt bezwaar tegen deze aanslag en zet de schenking op grond van dwaling om in een geldlening. In het jaar 2017 scheldt de oudtante de lening kwijt. Deze schenking valt in 2017 onder de verruimde schenkingsvrijstelling zodat er uiteindelijk geen schenkbelasting verschuldigd is.

Hier werd de aankoop van een woning, waarin een schenkingselement zat, achteraf anders opgetuigd waardoor de schenking verviel.

Dwaling
Alleen moest de rechtbank Gelderland er aan te pas komen om de inspecteur er van te overtuigen dat hier sprake was van dwaling. Artikel 6:228 van het Burgerlijk Wetboek zegt namelijk dat een overeenkomst die onder invloed van dwaling tot stand is gekomen en bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten, vernietigbaar is. Dit is onder meer het geval als de wederpartij bij het sluiten van de overeenkomst van dezelfde onjuiste veronderstelling als de dwalende is uitgegaan.

Wat was hier gebeurd? De oudtante van Hans had hem beloofd dat hij de woning voor € 225.000 kon kopen, maar de koop moest snel worden afgewikkeld. Zijn adviseur had hem aangeraden om het prijsverschil van € 100.000 eerst te lenen en later door middel van kwijtschelding geschonken te krijgen. Door de verruimde schenkingsvrijstelling voor de aankoop van een woning zou dit een belastingvoordeel opleveren. Maar Hans had begrepen dat dit voordeel € 12.000 zou bedragen. Toen hij dit met zijn oudtante besprak wilde zij voor zo’n bedrag niet tweemaal naar de notaris. En Hans had voor een bedrag van € 12.000 geen zin in gedoe met de zus van zijn oma.

Maar toen hij een aanslag van € 30.000 ontving schrokken Hans en tante zich te pletter! Tante bood toen aan om opnieuw naar de notaris te gaan en de schenking alsnog in een lening om te zetten. Die omzetting vond in 2016 bij akte van rectificatie plaats en eind 2017 schold tante de lening kwijt. Hans verklaarde nog voor de rechtbank dat wanneer hij geweten had dat het tarief van 30% van toepassing was, hij het bedrag aan schenkbelasting zou hebben meegefinancierd.

Het verhaal
De Rechtbank kwam door het verhaal van Hans tot de conclusie dat het tarief voor de schenkbelasting voor Hans van belang was voor de bepaling hoe de schenking juridisch zou worden ingekleed. De rechtbank hield er ook rekening mee dat de oudtante geen idee had van het tarief dat van toepassing was en geen andere informatie had dan hetgeen Hans haar had verteld. Ze gingen beiden uit van een bedrag van € 12.000 aan schenkbelasting. Dit bedrag vond tante kennelijk acceptabel want zij wilde hiervoor niet nóg eens naar de notaris. En Hans wilde de zaak voor een dergelijk bedrag niet op de spits drijven.

De rechtbank oordeelde dat partijen in eerste instantie van een onjuist bedrag aan schenkbelasting waren uitgegaan en toen zij eenmaal wisten hoe hoog het bedrag werkelijk was, een andere overeenkomst sloten. Als tante vanaf het begin had geweten hoe het werkelijk zat, zou zij direct het advies van de adviseur van Hans hebben opgevolgd. Gezien deze omstandigheden was voldaan aan de voorwaarden van artikel 6:228 van het BW en was de schenking in 2015 vernietigbaar.

En omdat de schenking in 2016 ook daadwerkelijk door Hans werd vernietigd was de aanslag schenkbelasting achteraf ten onrechte opgelegd. De rechtbank vernietigde daarom de aanslag.

De rechtbank vond niet van belang of de adviseur het bedrag van € 12.000 daadwerkelijk had genoemd. Voldoende was dat Hans en zijn oudtante van een verkeerde voorstelling van zaken waren uitgegaan en niet hoe die verkeerde voorstelling van zaken tot stand was gekomen. Doordat Hans meende dat de adviseur dit bedrag had genoemd, hoefde de rechtbank hier ook geen nader onderzoek naar te doen.

Eigen schuld, dikke bult
Als je dit verhaal leest ben je geneigd om te stellen dat Hans en zijn oudtante deze fiscale aderlating (in eerste instantie) zelf over zich hadden afgeroepen. Hans had niet goed naar zijn adviseur geluisterd en diens verhaal niet correct aan tante overgebracht. Was hij daarom niet zelf verantwoordelijk voor de keuze voor de verkeerde route?

Maar in dit geval was het echter aannemelijk dat hij de zaak heel anders zou hebben aangepakt als hij alle consequenties van zijn daden en de betere mogelijkheden had overzien. En gelukkig had hij een goede adviseur die wist dat je in zo’n situatie een beroep op dwaling kunt doen.

In de fiscale praktijk kom je vernietiging van een overeenkomst met een beroep op dwaling maar zelden tegen. Ik ben er van overtuigd dat er in de praktijk regelmatig transacties worden gesloten die in het nadeel van één of beide partijen zijn en die met een beroep dwaling teruggedraaid zouden kunnen worden.

Wees dus alert op deze mogelijkheid. Maar mooier is het om je goed te laten adviseren en fouten te voorkomen. Ten halve gekeerd is altijd beter dan ten hele gedwaald …….

 De belastingdienst ging van deze uitspraak in hoger beroep. Op 22 januari 2019 deed het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak (zaaknummer 18/00126, ECLI:NL:GHARL:2019:414) waarbij werd vastgesteld dat niet aan de voorwaarden van dwaling werd voldaan. Uiteindelijk verloor Hans deze zaak dus. Over deze procedure heb ik op 12 februari 2019 geschreven.

 

 




7 February 2018, Gepost door Peter Meijne


Dit kan ik voor u doen!

Meijne belastingadviseurs beschikt over een brede ervaring. Heeft u een lastige kwestie op gebied van belastingen? Peter Meijne is zeer gespecialiseerd en is u graag van dienst op onderstaande gebieden: