blog

Vriendin plundert vaders bankrekening (uitspraak KIFID)

Volgens het KIFID is de bank niet verplicht om de advocaatkosten voor het terughalen van ten onrechte opgenomen gelden te vergoeden.

Vader woont al 12 jaar ongehuwd samen met een vriendin. Als hij de 90 jaar is gepasseerd en steeds minder goed functioneert, stapt het stel op een dag naar de ABN-AMRO Bank en verstrekt vader een volmacht aan zijn ‘partner’ voor zijn rekeningen bij deze bank.

Vader ondertekent het ‘Procuratieschema’, waarop vermeld staat dat de partner bevoegd is om over de verschillende rekeningen van de cliënt te beschikken.
 
Met deze machtiging kan de vriendin met de rekeningen van vader transacties verrichten en internetbankieren.
 
De vriendin maakt ernstig misbruik van het in haar gestelde vertrouwen.
 
Vader overlijdt een half jaar later en dan merkt de executeur testamentair dat er kort voor het overlijden in een periode van vier maanden via acht transacties een bedrag van €331.000 is overgeboekt naar de rekening van de partner.
 
Uit de administratie van de bank blijkt dat het merendeel van deze overboekingen is gedaan met een overschrijvingsformulier dat – zogenaamd, blijkt later - door vader is ondertekend.
 
Eén van de overboekingen is gedaan met een overschrijvingsformulier dat de vriendin heeft ondertekend. Ook is er een overboeking via internetbankieren verricht met de bankpas en pincode van vader.
 
De erfgenamen, een zoon en dochter, vragen de vriendin om het bedrag van €331.000 aan hen terug te betalen.
 
Dit heeft nogal wat voeten in de aarde want na pas drie jaar veroordeelt de rechtbank Rotterdam de vriendin om de onrechtmatig toegeëigende gelden aan de kinderen terug te geven.
 
De ABN-AMRO Bank was geen partij bij deze procedure.
 
De procedure om hun geld (lees: erfenis) van vaders vriendin terug te krijgen kost zo’n € 76.500 aan honorarium van de advocaat!
 
De kinderen dienen een klacht in bij de bank. Maar daar krijgen ze nul op het rekest.
 
Daarom stappen ze naar de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening (KIFID).

Die wijst de vordering in een niet bindend advies af. Zie de uitspraak KIFID van 29 augustus 2022 nr. 2202-2270.

Volgens de erfgenamen is de bank tekort geschoten in haar zorgplicht.

De kinderen stellen dat de bank tekortgeschoten is in de nakoming van haar zorgplicht ten opzichte van hun vader. Zij voeren de volgende argumenten aan:

De volmacht: De bank had, gelet op de kenbare slechte lichamelijke en geestelijke gesteldheid van vader en de hoge leeftijd van zowel vader als zijn partner, nooit mogen meewerken aan het afgeven van een machtiging aan de vriendin.

De gezondheidstoestand van vader liet in zijn laatste levensfase te wensen over; hij was aan het dementeren. De bank had in ieder geval onderzoek moeten doen naar de geestelijke en lichamelijke toestand van vader en naar de motieven van de betrokkenen voor de volmacht.

De overboekingen: De bank heeft ook nagelaten om in te grijpen toen kort na het verlenen van de volmacht bleek dat de partner met gebruikmaking van die machtiging de rekeningen van vader plunderde en zij dus evident misbruik maakte van die machtiging.

De bank had moeten ingrijpen en zij had de betalingsopdrachten moeten terugdraaien c.q. niet moeten uitvoeren.

De door de bank overgelegde overschrijvingsformulieren, voor zover daar de handtekening van vader op voorkomt, zijn vervalsingen. De bank had ook om die reden de overboekingen moeten tegenhouden.

De geschillencommissie komt echter tot de conclusie dat de bank niets te verwijten is.

Het verweer van de bank.

Over de afgegeven volmacht stelt de bank dat ze geen enkele aanwijzing, geen enkele indicatie noch enig vermoeden had dat vader, fysiek of geestelijk niet in staat zou zijn om de gevolgen van zijn afgegeven machtiging aan zijn vriendin te overzien.

De bank meent dat de machtiging bij volledige wilsbekwaamheid en in volle overtuiging door vader aan de partner is verstrekt.

De commissie merkt hierbij op dat indien het verstandelijke of geestelijke vermogen van vader zou zijn tekortgeschoten of achteruit was gegaan, de kinderen ervoor hadden kunnen kiezen om hem onder curatele of bewind te laten stellen.
 
De bank is immers niet bevoegd om bewind of curatele aan te vragen over degene die bij haar een rekening aanhoudt.
 
Van de overboekingen zeggen de kinderen dat de handtekening op enkele overschrijvingsformulieren niet door vader zijn gezet en dat de vriendin heeft bekend dat zij deze overboekingen heeft gedaan.
 
De handtekeningen op deze overschrijvingsformulieren zijn dus vervalst en de overboekingen hadden dus ook om die reden niet mogen worden uitgevoerd.

De bank heeft in haar functie als betaaldienstverlener geen bijzondere zorgplicht.
 
Maar de klachtencommissie is het met de bank eens dat die ten aanzien van de overboekingen slechts als betaaldienstverlener is opgetreden.

De bank diende vanuit die rol overboekingen te faciliteren, waardoor er op haar, in die rol, geen bijzondere zorgplicht rust.

Dit is slechts anders als er concrete aanwijzingen zijn, waaruit blijkt dat de bank wist dat zij overboekingen faciliteerde die evident onrechtmatig en/of frauduleus waren.

De geschillencommissie ziet geen redenen om aan te nemen dat bank deze overboekingen had moeten opvallen.

Van de bank kan niet worden verwacht dat zij de individuele overboekingen monitort.

Een scanner herkent geen vervalste handtekening.

Over de vervalste handtekening op verschillende overschrijvingsformulieren legt de bank uit dat een overschrijvingsformulier door een soort scanner gaat die de handtekening op het formulier vergelijkt met de bij de bank bekende handtekening van de rekeninghouder.

Dit is ook met de overboekingenformulieren van vader gebeurd. Volgens de scanner kwamen de handtekeningen voldoende overeen, anders waren de overboekingen niet uitgevoerd.

Nu de scanner de handtekening heeft herkend was de handtekening ‘echt’ en daarmee een geslaagde vervalsing.

De bank is niet tekort geschoten in haar zorgplicht.

De conclusie van het KIFID is dan ook dat de bank niet is tekortgeschoten in haar zorgplicht. De bank is dus niet aansprakelijk is voor de door de erfgenamen geleden schade.

De kinderen hebben niet alleen veel moeite moeten doen om vaders geld terug te krijgen; het kostte ze ook nog eens (inclusief de kosten van het KIFID) zo’n € 80.000 aan advocaatkosten.

Kennelijk was er geen geld bij de vriendin te halen want zij is wel degene die deze schadepost heeft veroorzaakt. Ze is dus in principe verplicht om de schade te vergoeden.

Maar deze kosten kunnen wel op de nalatenschap in mindering gebracht worden zodat de fiscus 20% meebetaalt.

Oplichting is soms gemakkelijker dan het lijkt.

Uit dit verhaal blijkt duidelijk hoe gemakkelijk de verkeerde persoon er met het geld van een afhankelijk en kwetsbaar persoon vandoor kan gaan.

En dat er in de praktijk geen beroep gedaan kan worden op een sluitende controle van de financiële instelling.

Als vader of moeder zachtjesaan de weg kwijt raakt is het zaak dat de kinderen of andere betrokkenen op tijd de nodige maatregelen nemen om misstanden te voorkomen.

Denk hierbij ook aan mantelzorgers die het na verloop van tijd voor het zeggen krijgen.

Het belang van een levenstestament!

Hieruit blijkt ook weer hoe belangrijk een levenstestament is.

Al is het alleen maar omdat er dan voldoende aandacht aan dit soort situaties wordt gegeven en er niet door onbevoegden gehandeld kan worden.


9 December 2022, Gepost door Peter Meijne


Dit kan ik voor u doen!

Meijne belastingadviseurs beschikt over een brede ervaring. Heeft u een lastige kwestie op gebied van belastingen? Peter Meijne is zeer gespecialiseerd en is u graag van dienst op onderstaande gebieden: