blog

Heeft u TBS?

Neen, niet omdat u een geestelijke stoornis heeft maar omdat u een vordering op uw B.V. heeft.
 

Als u een lening aan uw B.V. verstrekt of uw pand aan de vennootschap verhuurt, worden de inkomsten daaruit voor de inkomstenbelasting als Resultaat uit Overige Werkzaamheden (ROW) aangemerkt.
 

De rente of huur wordt dus in box 1 belast. Wel na aftrek van 12% TBS vrijstelling.

 

Het Ter Beschikking Stellen van vermogensbestanddelen

De TBS-vrijstelling geldt overigens alleen voor inkomsten die een belastingplichtige verkrijgt uit het ter beschikking stellen van een vermogensbestanddeel aan een onderneming of een andere werkzaamheid van een verbonden persoon, of aan een vennootschap waarin hij of een verbonden persoon een aanmerkelijk belang heeft. Alleen op dat (TBS)inkomen mag 12% van het nettoresultaat afgetrokken worden. Voor de andere inkomsten uit overige werkzaamheden geldt de vrijstelling niet.
 

Het komt heel vaak voor dat een dga een vordering op zijn B.V. heeft. Zo’n vordering kan bijvoorbeeld ontstaan als hij een deel van zijn salaris niet opneemt maar in zijn B.V. laat zitten. Dat kan ook met eventuele huurpenningen die hij van de B.V. tegoed heeft gebeuren.
 

Maar het komt ook vaak voor dat een dga geld aan de B.V. leent voor grote investeringen.
 

Als in zo’n situatie alles goed verloopt ontvangt de dga jaarlijks zijn rente en wordt de lening netjes afgelost.

 

TBS verliezen zijn aftrekbaar in box 1

De rente is dan belastbaar in box 1. Als er geen rente betaald kan worden is er uiteraard ook niets te belasten. Maar het kan nog erger. Het komt regelmatig voor dat een B.V. haar schuld aan de dga niet kan aflossen. De schuldeiser lijdt dan een verlies op de lening. En dit verlies valt ook onder de TBS regeling. Hierdoor ontstaat er een aftrekpost in box 1.
 

In de praktijk wordt er veel geprocedeerd over de aftrekbaarheid van dit soort verliezen. Vaak is er dan discussie over de vraag of de lening wel onder de TBS regeling valt. Als het een onzakelijke lening is die alleen iemand in zijn hoedanigheid van aandeelhouder van de schuldenaar zou verstrekken, is er sprake van een informele kapitaalstorting die de verkrijgingsprijs van de aandelen verhoogt.
 

Dan is het verlies eventueel aftrekbaar in box 2. En bedraagt het fiscale voordeel maximaal 26,25% (tarief 2020).
 

Op dit onderscheid ga ik nu niet in. Ik behandel hier een uitspraak van het Hof Den Haag waarin een dga de rentevordering op zijn B.V. wilde afwaarderen waardoor hij een TBS verlies leed.

 

Lening aan een holdingmaatschappij

Er was sprake van een holdingmaatschappij met daaronder een aantal werkmaatschappijen. De dga leende een groot bedrag van de bank en leende dit via zijn holdingmaatschappij door aan onder andere een Franse deelneming.
 

Op 1 januari 2013 had de dga een rentevordering op zijn B.V. van ruim € 190.000. De B.V. werd echter in april 2013 failliet verklaard. De dga stelde dat de rentevordering daardoor oninbaar was en hij wilde in 2013 een TBS verlies aftrekken van € 190.000. Hier kwam de TBS vrijstelling nog op in mindering.
 

Maar de inspecteur accepteerde deze aftrekpost niet omdat de dga tegenover zijn vordering op de B.V. ook een schuld had aan de B.V. van maar liefst € 8.600.000! De dga ging in het jaar 2017 failliet.

 

De rente kon verrekend worden

De inspecteur stelde dat de dga zijn rentevordering op de B.V. gemakkelijk kon verrekenen met zijn schuld aan de B.V. De vordering van de dga was dus niet oninbaar maar werd via verrekening met een vordering van de B.V. op hem geïncasseerd. Hij leed dus helemaal geen verlies op deze rentepost.
 

De dga was het hier niet mee eens en ging bij de Rechtbank in beroep tegen de uitspraak van de inspecteur.
 

De Rechtbank volgde het standpunt van de inspecteur. Maar de dga was een volhouder en hij ging in hoger beroep bij het Gerechtshof. En deze instantie wees het beroep ook af.

 

Slordig met zijn belastingzaken

Uit de uitspraken van de Rechtbank en het Hof blijkt deze belastingplichtige nogal slordig omging met zijn belastingzaken. Zo diende hij in eerste instantie geen aangifte in met als gevolg een ambtshalve aanslag. Verder liet hij de bezwaartermijn verlopen zodat hij niet ontvankelijk was in zijn bezwaar.
 

De inspecteur honoreerde het verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag uiteindelijk slechts gedeeltelijk. Hij ging immers niet akkoord met het verlies op de rentevordering.
 

Het lijkt er op dat deze belastingplichtige pas in actie kwam nadat hij een veel te hoge ambtshalve aanslag had ontvangen en toen de hulp van een deskundige inriep. Maar deze was zo ijverig dat hij ook een aftrekpost claimde die echt niet gehonoreerd kon worden.




12 August 2020, Gepost door Peter Meijne


Dit kan ik voor u doen!

Meijne belastingadviseurs beschikt over een brede ervaring. Heeft u een lastige kwestie op gebied van belastingen? Peter Meijne is zeer gespecialiseerd en is u graag van dienst op onderstaande gebieden: