blog

Een erfgenaam overlijdt binnen 30 dagen na de erflater.

In deze blog behandel ik de 30-dagen clausule.

Er is een puur fiscale, waardoor voorkomen wordt dat bij overlijden van een erfgenaam binnen 30 dagen na het overlijden van de (eerste) erflater, dubbele erfbelasting wordt geheven en een testamentaire clausule waarin een erfgenaam alleen meedoet als hij de erflater tenminste 30 dagen overleeft.

Dan is de fiscale 30-dagenregeling ook van toepassing.

En verder is er ook nog de tweetrapsmaking die soms ook onder de fiscale vrijstelling valt.

Vader en moeder overlijden kort na elkaar.

We gaan eerst uit van een echtpaar van middelbare leeftijd met twee kinderen.

Vader en moeder gaan een weekje op vakantie maar raken betrokken bij een ernstig verkeersongeval. Vader overlijdt na een dag en moeder lijkt de klap te overleven. Maar na twee weken treedt er een complicatie op en overlijdt zij ook.

Moeder en de kinderen erven in eerste instantie ieder voor één derde deel van vader.

Maar door het overlijden van moeder erven de kinderen binnen twee weken ook het één derde deel van moeder uit de nalatenschap van vader.

Dan zou er voor dat deel dubbele heffing van erfbelasting plaatsvinden.

In een situatie als deze wordt dat als zeer onredelijk ervaren. Maar sinds 1 januari 2010 is deze misstand gerepareerd in art. 53 lid 4 van de Successiewet.

Op verzoek wordt bij overlijden van de erfgenaam binnen 30 dagen na het overlijden van de erflater (in dit geval vader) de erfbelasting die de erfgenaam (in dit geval moeder) verschuldigd was, tot nihil verminderd.

Uiteindelijk betalen de kinderen in eerste instantie erfbelasting over hun (1/3e) deel in de nalatenschap van vader en na het overlijden van moeder ieder over de helft van haar nalatenschap.

Voor zover die bestaat uit het 1/3e deel dat afkomstig uit de nalatenschap van vader, treedt er geen dubbele heffing op omdat de verkrijging van moeder vanwege de 30-dagen clausule in de Successiewet vrijgesteld is van erfbelasting.

Ik ga er even aan voorbij dat moeder, als gevolg van de hoge vrijstelling voor de partner, wellicht helemaal geen erfbelasting verschuldigd is over haar verkrijging, maar het gaat even om het principe.

Regel een overgangsclausule voor het geval uw erfgenaam binnen 30 dagen overlijdt.

Hierboven beschrijf ik uitsluitend de fiscale regeling. Die voorkomt dubbele heffing van erfbelasting als een erfgenaam binnen 30 dagen na de erflater overlijdt.

U kunt ook zelf een 30-dagen clausule in uw testament opnemen waarbij art. 53 lid 4 Successiewet met betrekking tot de erfbelasting automatisch in werking treedt.

In uw testament kunt u namelijk bepalen wie uw erfgenamen zijn, onder de ontbindende voorwaarde dat die binnen dertig dagen na u overlijden. Dat betekent dat de benoeming van uw partner of iemand anders tot erfgenaam vervalt als hij of zij binnen dertig dagen na u overlijdt.

Dit deel van de nalatenschap wast dan aan bij de erfdelen van de andere erfgenamen.

Maar u kunt ook iemand buiten deze groep tot opvolgend, of beter gezegd: plaatsvervangend, erfgenaam benoemen.

Vooral bij samengestelde gezinnen is het belangrijk om het opnemen van een 30-dagen clausule te overwegen.

Fout advies van de notaris.

In een tuchtzaak die diende voor het gerechtshof Amsterdam (ECLI:NL:GHAMS:2022:559), en leidde tot de maatregel van berisping voor de betreffende notaris, had de 30-dagen clausule veel ellende kunnen voorkomen.

De situatie was als volgt:

Vader is na het overlijden van zijn vrouw opnieuw getrouwd. Zijn tweede vrouw heeft uit haar eerdere huwelijk drie zonen. Vader heeft uit zijn eerste huwelijk twee dochters.

Er is dus sprake van een samengesteld gezin waarbij de man twee eigen dochters heeft en de vrouw drie eigen zoons.

Het echtpaar is in algehele gemeenschap van goederen gehuwd.

Vader wil zijn vrouw goed verzorgd achterlaten

Hij heeft een testament opgesteld waarin hij zijn tweede vrouw en zijn twee dochters, ieder voor één/derde deel tot erfgenamen benoemt. Zijn stiefzoons blijven dus buiten spel.

In het testament staat ook dat wanneer de erfstelling ten gunste van zijn vrouw geen effect sorteert haar erfdeel aanwast bij zijn dochters. Dit kan zich voordoen wanneer zijn vrouw eerder overlijdt dan hijzelf. Er vervalt dan een erfgenaam zodat de twee dochters ieder de helft van de nalatenschap krijgen.

Vader wil zijn (tweede) vrouw goed en verzorgd achterlaten. Zij is twaalf jaar jonger. Het echtpaar kan er dus vanuit gaan dat de echtgenote haar man nog geruime tijd zal overleven.

Maar dat blijkt niet het geval.

Vader overlijdt. Het gevolg is dat de nalatenschap van vader, ieder voor één/derde deel, bij zijn vrouw en zijn twee dochters terechtkomt.

De vrouw overlijdt kort na haar man.

Maar geheel onverwacht overlijdt de vrouw enkele weken na het overlijden van haar man.

Zij erfde voor één/derde deel van haar man en dat komt nu via haar overlijden – binnen zeer korte tijd - bij haar drie zoons terecht. De twee dochters verliezen hierdoor één/derde deel van het vermogen van hun vader.

Dit is nooit de bedoeling geweest!

Helaas niet aan de 30-dagenclausule gedacht.

Vader had deze gang van zaken kunnen voorkomen door een 30-dagenclausule in zijn testament op te nemen. Deze clausule houdt in dat een erfgenaam alleen erft als hij of zij de erflater 30 dagen overleeft.

Het is dus een ontbindende voorwaarde. De benoeming tot erfgenaam vervalt als de erfgenaam binnen 30 dagen na de testateur overlijdt.

Als deze clausule in het testament was opgenomen, waren de twee zusters als enige erfgenamen overgebleven. Nu ging er, als gevolg van het overlijden van de stiefmoeder, één derde deel van het vermogen van vader naar de drie stiefbroers.

Ernstige fout van de notaris.

De twee dochters van vader namen het de notaris hoogst kwalijk dat hij hun vader niet op de mogelijkheid van een 30-dagen clausule had gewezen. Het is een kleine moeite om zo’n clausule van een paar regels in het testament op te nemen.

Wat is het effect van een tweetrapsmaking?

De Kennisgroep Successierecht van de Belastingdienst heeft deze vraag met als titel ‘Tweetrapsmaking ingeval van overlijden 1e verkrijger binnen 30 dagen’, onder nummer KG:063:2023:28, beantwoord.

Het ging om de volgende situatie:

Piet heeft in zijn testament een tweetrapsmaking opgenomen. Daarmee is Piet de insteller van deze tweetrapsmaking.

Piet heeft José benoemd tot erfgenaam onder de ontbindende voorwaarde van het overlijden van José. Daarmee is José de bezwaarde.

Piet heeft Karin benoemd tot erfgenaam onder de opschortende voorwaarde van het overlijden van José. Daarmee is Karin de verwachter.

Als José overlijdt, verkrijgt Karin op grond van de tweetrapsmaking het vermogen van Piet, en niet erfgenamen van José. Karin verkrijgt dan van Piet.

Eerst overlijdt Piet en 18 dagen later overlijdt José. Dus binnen de fiscale 30-dagen termijn.

Even in chronologische volgorde:

Piet overlijdt en José is zijn erfgenaam. Maar als José overlijdt gaat de erfenis die zij van Piet heeft ontvangen niet naar haar erfgenamen maar naar Karin. José overlijdt binnen 18 dagen na Piet.

De vraag is:

Wordt -in dit geval van een tweetrapsmaking- de erfbelasting die geheven is bij José, verminderd tot nihil, als José binnen dertig dagen na Piet overlijdt en bij Karin over dezelfde verkrijging erfbelasting wordt geheven?

Antwoord:

Ja, op grond van artikel 53, vierde lid, van de Successiewet 1956 wordt de bij de verkrijger, in casu José,  geheven erfbelasting verminderd tot nihil als over het verkregene, bij het overlijden van die verkrijger (José)  binnen dertig dagen na de verkrijging, nogmaals erfbelasting wordt geheven.

Dat is het geval als een bezwaarde (José) binnen dertig dagen na de insteller (Piet) overlijdt, mits bij de verwachter (Karin) over de verkrijging erfbelasting wordt geheven.

Het is daarbij niet van belang dat de verwachter (Karin) erfrechtelijk niet van de bezwaarde (José) verkrijgt, maar van de insteller (Piet).

Een tweetrapsmaking kan fiscaal hetzelfde effect hebben als een ‘overgangsclausule’ van 30 dagen.

Een testamentaire overgangsclausule van 30 dagen lijkt wel een beetje op een tweetrapsmaking.

De verkrijger is erfgenaam onder de ontbindende voorwaarde dat hij/zij komt te overlijden binnen dertig dagen.

Gedurende deze 30 dagen is de erfgenaam de ‘bezwaarde’ en de opvolgende erfgenaam de ‘verwachter’. Net als bij de ‘echte’ tweetrapsmaking.

Twee soorten 30-dagen clausules die gelijktijdig van toepassing zijn.

Uit het bovenstaande blijkt dat er in feite twee 30-dagen clausules zijn.

Een fiscale ‘waardoor dubbele heffing van erfbelasting wordt voorkomen als een erfgenaam binnen 30 dagen na de erflater komt te overlijden, en een civielrechtelijke waarbij de testateur maatregelen neemt voor het geval zijn erfgenaam binnen 30 dagen na zijn dood overlijdt.

Een tweetrapsmaking kan, als deze binnen 30 dagen na het overlijden in werking treedt, ook onder de ‘fiscale’ 30 dagen regeling vallen.

Vermindering op verzoek.

De vermindering van de door de eerste erfgenaam verschuldigde erfbelasting (omdat hij binnen 30 dagen overlijdt), dient overigens in de aangifte erfbelasting aangevraagd te worden.

Ga er niet vanuit dat de fiscus dit automatisch doet. De aangifte erfbelasting van de eerst overledene staat immers los van de erfbelasting die naar aanleiding van een geheel andere persoon wordt geheven.
 
 


13 August 2023, Gepost door Peter Meijne


Dit kan ik voor u doen!

Meijne belastingadviseurs beschikt over een brede ervaring. Heeft u een lastige kwestie op gebied van belastingen? Peter Meijne is zeer gespecialiseerd en is u graag van dienst op onderstaande gebieden: