blog

Het is mijn uitdrukkelijke wens om mijn partner beschermd achter te laten

Het is mijn uitdrukkelijke wens om mijn partner beschermd achter te laten …….

Op 12 december 2018 zit Willem bij zijn notaris en ondertekent een nieuw testament. 
In het testament staat onder andere:
 
“Het is mijn uitdrukkelijke bedoeling om mijn partner, met wie ik al 18 jaar samen ben en met wie ik vandaag in het huwelijk ben getreden, beschermd achter te laten wanneer ik kom te overlijden. Ik zie dit als mijn morele plicht jegens haar en ben van mening dat zij de vrije beschikking over mijn vermogen moet hebben en het recht moet hebben om op mijn vermogen in te teren. Wat van het vermogen overblijft, moet aan mijn eigen kinderen toekomen.”
 
Willem benoemt zijn kinderen tot erfgenaam en Marlies, zijn tweede echtgenote, tot legataris van alle goederen van de nalatenschap en het vruchtgebruik daarvan. 
 
Willem en Marlies trouwen in beperkte gemeenschap van goederen.
 
Willem woont, nadat zijn eerste vrouw in 1999 is overleden, al 18 jaar samen met Marlies.
 
Maar omdat er bij hem een ongeneeslijke ziekte is geconstateerd wil hij er voor zorgen dat Marlies na zijn dood ongestoord in zijn woning kan blijven wonen.
 
Willem overlijdt in 2020 en dan staan de kinderen bij Marlies op de stoep. 
 

De opeisbare vordering van de kinderen gooit roet in het eten!

 
Zij eisen de vordering die ze op hun vader hadden op. Dit is de vordering wegens onderbedeling ontstaan bij het overlijden van hun moeder, ruim twintig jaar geleden. 
 
Willem en zijn eerste vrouw hadden namelijk een testament met een ouderlijke boedelverdeling opgemaakt. Het gevolg is dat Willem bij het overlijden van zijn vrouw en moeder van zijn kinderen een schuld wegens overbedeling kreeg. 
 
Die is in eerste instantie niet opeisbaar maar bij het overlijden van de langstlevende moet de schuld, al of niet vermeerderd met rente, alsnog afgelost worden. 
 
Vaak staat in het testament ook dat de vordering van de kinderen eerder opeisbaar is als de langstlevende ouder opnieuw trouwt tenzij het nieuwe echtpaar huwelijkse voorwaarden opmaakt.
 
Bij het opstellen van een nieuw testament, twintig jaar later, denkt Willem noch de notaris, aan deze schuld.
 
In de begeleidende brief bij het concept testament schrijft de notaris zelfs: 
 
“Uw kinderen zullen moeten afwachten wat er uiteindelijk voor hen overblijft. Zij kunnen uw echtgenote niet dwingen om het bezit te bewaren en/of eerder aan de kinderen uit te betalen.”
 
De schuld aan de kinderen is, vanwege de rente over een periode van ruim twintig jaar, aanzienlijk groter dan de waarde van de bezittingen van Willem. De nalatenschap van Willem is daardoor negatief.
 
Marlies blijft dus, ondanks de goede bedoelingen van Willem, met lege handen achter! 
 
En de kinderen hoeven helemaal niet af te wachten wat er voor hen zal overblijven! Zij kunnen direct na het overlijden van hun vader cashen.
 

Marlies stelt de notaris aansprakelijk voor de schade.

 
Marlies is zwaar teleurgesteld en stelt de notaris aansprakelijk voor de schade. 
 
Ze verwijt de notaris dat het testament nooit het beoogde effect heeft kunnen sorteren en dat hij Willem niet heeft gewezen op de verstrekkende gevolgen van de vorderingen van de kinderen op hun vader. 
 
De notaris krijgt, vanwege het verzaken van de zorg- en informatieplicht, een berisping van de kamer voor het notariaat. 
 
De notaris geeft zijn fout toe maar vindt een berisping een te zware straf. Hij pleit voor een waarschuwing. 
 
In het hoger beroep van de notaris wordt de berisping door het gerechtshof Amsterdam bekrachtigd 1).
 
In deze zaak is er geen match tussen het testament en de werkelijke situatie omdat de vermogenssituatie van de testateur heel anders is dan waar het testament van uit gaat. 
 

Facultatief finaal verrekenbeding

 
In het voorbeeld hieronder houdt de notaris geen rekening met het facultatief finaal verrekenbeding in de huwelijkse voorwaarden. 
 
Jaap trouwt op 30 december 1971 op huwelijkse voorwaarden met Annie. Iedere gemeenschap van goederen wordt uitgesloten.
 
Op 13 november 2006 wordt de echtelijke woning, als bescherming tegen de schuldeisers van de B.V. van Jaap, op naam van Annie gezet.
 
Tegelijkertijd worden er nieuwe huwelijkse voorwaarden opgesteld waarin een facultatief verrekenbeding wordt opgenomen.
 
Dit luidt als volgt: 
 
“ Afrekening aan het einde van het huwelijk
 
1. Ingeval het huwelijk wordt ontbonden of tussen de echtgenoten scheiding van tafel en bed
wordt uitgesproken, heeft ieder van de echtgenoten het recht te vorderen dat er verrekening van
de vermogens van de echtgenoten plaatsvindt, zodat ieder van de partijen gerechtigd is tot een
waarde gelijk aan die, waartoe zij gerechtigd zouden zijn indien tussen de echtgenoten de algehele
gemeenschap van goederen had bestaan, ………..
 
Hier is sprake van een facultatief, dus vrijwillig finaal verrekenbeding. 

Dat heeft gevolgen voor de heffing van erfbelasting. 
 
Want een facultatief verrekenbeding werkt alleen als het wordt ingeroepen. Het heeft geen verplichte werking.
 
Dan ziet de fiscus - bij ontbinding van het huwelijk - de afzonderlijke vermogens van de echtelieden niet als een (fictieve) gemeenschap van goederen. 
 

Er komt een testament

 
Ook Jaap wordt ernstig ziek en op 9 maart 2012 maken ze een testament waarin de echtgenoot en de kinderen tot erfgenaam worden benoemd. Naar de huwelijkse voorwaarden van 13 november 2006 wordt niet gekeken. 
 
Jaap overlijdt in 2016. 
 
Doordat sprake is van een facultatief finaal verrekenbeding is Annie meer erfrechtbelasting verschuldigd dan wanneer er een verplicht finaal verrekenbeding in de huwelijkse voorwaarden was opgenomen.
 

De notaris heeft steken laten vallen en wordt aansprakelijk gesteld voor de schade

 
Annie stelt dat de notaris ernstig tekortgeschoten is door bij het wijzigen van de huwelijkse voorwaarden in 2006, niet te adviseren een verplicht finaal verrekenbeding in de huwelijkse voorwaarden op te nemen. 
 
Ook bij het opmaken van het testament in 2012 is de notaris in gebreke gebleven. 
 
Hij had Annie en Jaap in verband met de fiscale gevolgen van het facultatieve finale verrekenbeding, moeten adviseren de huwelijkse voorwaarden te wijzigen en een verplicht finaal verrekenbeding op te nemen. 
 
De zorgplicht van de notaris brengt mee dat hij zich informeert omtrent de persoonlijke omstandigheden van degene ten behoeve van wie een testament wordt opgesteld.
 
Het was bekend dat Jaap longkanker had en binnen afzienbare termijn zou overlijden. Annie was daarentegen kerngezond. Volgens deze informatie zou Annie haar man overleven. 
 
Het vermogen van Jaap is een veelvoud van dat van zijn vrouw en daardoor valt zijn nalatenschap veel hoger uit dan bij een ‘echt’ finaal verrekenbeding. 
 
In eerste instantie dient deze zaak voor de civiele kamer van de rechtbank Noord-Holland 2).
 
Die wijst de vordering van Annie af. 
 
Volgens de rechtbank strekte de zorgplicht van de notaris bij het opstellen van de testamenten niet zo ver dat hij uit eigen beweging onderzoek had moeten doen naar de huwelijkse voorwaarden en had moeten wijzen op de mogelijke fiscale gevolgen die samenhingen met het in die huwelijkse voorwaarden opgenomen facultatief finaal verrekenbeding. 
 
Annie legt de zaak nu voor aan de tuchtkamer voor het notariaat en die geeft de notaris een berisping.
 
De notaris gaat in hoger beroep bij de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van het Gerechtshof Amsterdam 3). 
 
Het hof vindt ook dat het tot de verantwoordelijkheid van de notaris behoorde om eventuele (fiscale) consequenties van het tussen Annie en Jaap geldende huwelijksgoederenregime voor de nalatenschap met hen te bespreken en zo na te (kunnen) gaan wat hun wensen en bedoelingen daarover waren. 
 
De notaris heeft dit niet heeft gedaan. 
 
Tijdens de behandeling van deze zaak kreeg het hof zelfs de indruk dat de notaris in 2012 niet duidelijk op zijn netvlies had wat de gevolgen waren van de combinatie van de in 2006 gewijzigde huwelijkse voorwaarden en de in 2012 opgestelde testamenten.
 
Het hof wijst het beroep van de notaris af en bevestigt de beslissing van de kamer voor het notariaat zodat de maatregel van berisping van kracht blijft. 
 

Op kosten jagen

 
Een van de stellingen van de notaris in deze procedure was dat ‘een notaris ervoor dient te waken dat hij te snel werkzaamheden naar zich toetrekt en een cliënt op kosten jaagt’.
 
Maar juist door zijn passieve houding joeg hij zijn cliënt op hoge kosten! 
Dat begon al met de veel meer verschuldigde erfbelasting dan bij een finaal verrekenbeding het geval geweest zou zijn. 
 
Uit deze rechtspraak blijkt hoe verkeerd het kan gaan bij het opstellen of wijzigen van huwelijkse voorwaarden en testamenten. En dat een notaris een grote verantwoordelijkheid heeft!
 
Die dient door te vragen en eventueel zijn dossiers te raadplegen. En zich pro actief op te stellen. 
 
Van een notaris mag worden verwacht dat die uit eigen beweging adviseert. 
 
Wie heeft de regie?
 
Maar ik vind dat de cliënt net zo verantwoordelijk is. Het is te gemakkelijk om er vanuit te gaan dat de notaris één en ander wel regelt. 
 
In de adviespraktijk komt het nog al eens voor dat een (potentiële) cliënt zelf al aan het grasduinen is geweest op internet en een notaris of belastingadviseur overvalt met een voorgekookte oplossing voor een probleem. 
 
Dat plan rammelt vaak aan alle kanten en daarmee zet de klant de adviseur op het verkeerde been. 
 
Die moet, wat de verstrekte informatie betreft, eerst het kaf van het koren scheiden. Anders kan ie met zijn advies nog weleens een bok schieten.
 
Wat ik met deze beeldspraak wil zeggen is dat erfrecht en belastingen vaak ingewikkeld zijn en het veel kennis en ervaring vraagt om daar goed over te adviseren. Dat blijkt ook uit de hierboven besproken zaken.
 
Als er fouten gemaakt worden zitten vaak juist de nabestaanden met de gebakken peren. De dader ligt op het kerkhof! 
 
Om dit te voorkomen is het belangrijk om serieus naar een goede adviseur op zoek te gaan. Iemand met een goed netwerk zodat eventueel samen met de juiste disciplines naar een goede oplossing gezocht kan worden. 
 
En geef iemand de regie in het adviestraject. Dat voorkomt onder andere dat verschillende partijen langs elkaar heen werken waardoor bepaalde onderwerpen niet behandeld worden. 
 
Ik zit al heel lang in het vak van belastingadviseur en vind het steeds weer een uitdaging om erfrechtelijke zaken goed te regelen of op te lossen. 
 
Daardoor ben ik waarschijnlijk de juiste persoon voor u om als adviseur/regisseur uw nalatenschap en alle bijkomende zaken te regelen.
 
U kunt me altijd bellen voor een afspraak om persoonlijk kennis te maken. Dan kijken we samen wat ik voor u kan betekenen. 
 
 
  1. Uitspraak d.d. 22 februari 2022, nr. 200.297.025/01; ECLI:NL:GHAMS:2022:560
2)
  2. Uitspraak d.d. 21 maart 2018, nr. C/15/255915 / HA ZA 17-163; ECLI:NL:RBNHO:2018:2288
  3. Uitspraak d.d. 25 juni 2019, nr. 200.250.158/01 NOT; ECLI:NL:GHAMS:2019:2747



10 August 2022, Gepost door Peter Meijne


Dit kan ik voor u doen!

Meijne belastingadviseurs beschikt over een brede ervaring. Heeft u een lastige kwestie op gebied van belastingen? Peter Meijne is zeer gespecialiseerd en is u graag van dienst op onderstaande gebieden: