blog
Vordering op langstlevende ouder verjaard!
In deze zaak ging de nieuwe vriendin van vader er met de erfenis van moeder vandoor.
Wat was het geval? Moeder overleed in 1993 en omdat in haar testament was bepaald dat haar gehele nalatenschap naar haar man ging, kreeg haar dochter een vordering van zo’n € 23.000 op haar vader wegens onderbedeling. Dit is de zogenaamde ouderlijke boedelverdeling (OBV),
Wanneer is de vordering op langstlevende opeisbaar?
In vrijwel alle testamenten is bepaald dat deze vordering pas opeisbaar is bij het overlijden van de langstlevende. Maar ook bij hertrouwen zonder het opmaken van huwelijkse voorwaarden, opname in een zorginstelling etc.
Deze moeder had in haar testament vastgelegd dat de vordering van haar dochter opeisbaar was bij het overlijden van haar man of als hij - ongehuwd zijnde - zou gaan samenwonen.
Vader vond al snel een nieuwe vriendin en trok in 1994 bij haar in. Volgens het testament van moeder had zijn dochter op dat moment haar vordering op hem kunnen incasseren. Ze ondernam echter geen enkele actie.
Kennelijk was de relatie tussen vader en dochter niet zo goed want uit de uitspraak van de rechtbank blijkt dat er sinds het overlijden van moeder nauwelijks contact was geweest.
Vader overleed in 2014 en had in zijn testament zijn nieuwe partner als erfgenaam benoemd en zijn dochter onterfd. Deze nam hier geen genoegen mee en claimde haar legitieme portie. Verder wilde ze haar kindsdeel bij het overlijden, de vordering op haar overleden vader, incasseren. Inclusief opgelopen rente bedroeg deze een dikke € 50.000.
Van een kale kip valt weinig te plukken.
Maar er was weinig te halen. De partner van vader had zijn nalatenschap beneficiair aanvaard en deze bedroeg ongeveer € 3.000 negatief.
Het beneficiair aanvaarden van de nalatenschap van haar partner was wel een slimme zet van de (quasi) stiefmoeder want anders had zij de schuld aan de (stief) dochter uit eigen middelen moeten betalen. De dochter stelde echter dat stiefmoeder de nalatenschap zuiver had aanvaard.
Maar stiefmoeder had nog een ijzer in het vuur. Zij vond dat de vordering inmiddels was verjaard. Sinds het begin van het samenwonen van vader en het moment van opeisen van de vordering was er namelijk twintig jaar verstreken. De rechtbank honoreerde het beroep op verjaring en hoefde daardoor de andere eisen van de dochter niet meer te behandelen..
In dit geval was er per saldo niets te halen omdat vader het vermogen dat er bij het overlijden van zijn vrouw nog was, samen met zijn nieuwe vriendin had opgemaakt.
Dit risico zit er overigens altijd in vandaar dat in de oude OBV testamenten de clausule werd opgenomen dat de kinderen hun onderbedelingsvordering kunnen opeisen bij hertrouwen van hun vader of moeder.
Uit het hierboven besproken geval blijkt dat dit nogal eens wordt vergeten met het gevolg dat bij overlijden van de langstlevende ouder de kinderen achter het net vissen.
Let op verjaring van de vordering!
Meestal overlijden de ouders wel binnen een periode van 20 jaar na elkaar. Dan is de vordering nog niet verjaard. Daarom komt deze situatie in de praktijk niet zo vaak voor. Maar het is wel goed om het testament van de eerst overleden ouder er ook nog eens bij te pakken als de langstlevende ouder overlijdt of een nieuwe vlam ontmoet. Hoe pijnlijk dit soms ook is.
In het nieuwe erfrecht is opgenomen dat de ouder die aangifte heeft gedaan van zijn voornemen opnieuw een huwelijk te willen aangaan, verplicht is aan zijn kinderen op hun verzoek goederen over te dragen met een waarde van hun geldvordering, vermeerderd de over deze lening verschuldigde rente (art. 19 Boek 4 BW).
Het wettelijk erfrecht voorziet dus ook al in dit soort situaties. Het is echter ook mogelijk een en ander in een testament te regelen.
Een testament geeft u de mogelijkheid om maatwerk voor uw situatie te maken en dit is zeker aan te raden!
12 October 2016, Gepost door Peter Meijne