blog

Legitieme porti en legitimaire massa

Het is redelijk bekend dat een kind onterfd kan worden maar dat het altijd een beroep kan doen op zijn legitieme portie. Die bedraagt 50% van het normale wettelijke erfdeel. Maar is dat waar?

Neen, want voor de berekening van de legitieme portie moet eerst de legitieme massa berekend worden.

Uit een uitspraak van de Rechtbank Gelderland van 3 november 2021, nummer C/05/388091/HZ ZA 21-172 (ECLI:RBGEL:2021:5835), blijkt hoe dat in zijn werk gaat.

Het ‘finaal-verrekenbeding’ in de partnerschapsvoorwaarden speelt in deze zaak ook een belangrijke rol als ‘quasi-legaat’.

Voor een goed beeld leg ik eerst uit hoe de legitieme portie wordt berekend als er geen giften om de legitimarissen te benadelen en andere giften in de vijf jaar voorafgaande aan het overlijden zijn gedaan.

In bovengenoemde uitspraak had de erfgenaam zijn geregistreerd partner tot enig erfgenaam benoemd en zijn twee kinderen onterfd.

Formeel was er dus maar één erfgenaam maar voor het bepalen van de legitieme porti telden zijn kinderen ook mee. Daarmee kwam het breukdeel voor elk van de kinderen op 1/6e deel. Namelijk drie erfgenamen volgens het wettelijk erfrecht en daar 50% van.

Finaal verrekenbeding

De erflater en zijn (nieuwe) partner waren partnerschapsvoorwaarden overeengekomen waarin zij, zonder het maken van een periodiek verrekenbeding, elke gemeenschap van goederen hadden uitgesloten.

Er was wel een finaal verrekenbeding bij overlijden afgesproken.

Dat hield in dat bij het einde van het geregistreerd partnerschap door overlijden, tussen de langstlevende partner en de rechtverkrijgenden van de overleden partner wordt afgerekend alsof op het moment van overlijden een wettelijke gemeenschap van goederen had bestaan.

De verrekening vindt plaats doordat de ene (de rijke) partij aan de andere (de arme) partij een zodanig bedrag uitkeert dat na de verrekening ieders vermogen gelijk is aan de helft van de gezamenlijke vermogens van de partners.

Uit de uitspraak blijkt dat de overleden partner een eigen vermogen had van circa € 165.000. Hoeveel het vermogen van de vrouw was blijkt niet uit de uitspraak, maar laten we dat even op € 20.000 stellen.

De vrouw als enig erfgenaam.

Onder normale omstandigheden zou de nalatenschap van de man als volgt berekend worden:
Vermogen man € 165.000 + vermogen vrouw ad € 20.000 geeft een gezamenlijk vermogen van € 185.000. Gedeeld door 2 = € 92.500.
Op grond van het finaal verrekenbeding heeft de vrouw een vordering op de man van € 72.500.

Controle:
Vermogen man € 165.000 minus schuld aan zijn partner ad € 72.500 is € 92.500.
Vermogen vrouw € 20.000 plus vordering op man ad € 72.500 is € 92.500.

Omdat de vrouw enig erfgenaam was, kreeg zij het gehele vermogen van haar man in de schoot geworpen. De vordering vanwege het finaal verrekenbeding ad € 72.500 - die in eerste instantie als een normale schuld van de nalatenschap werd aangemerkt - plus het eigen vermogen van de man (na aftrek van de schuld aan zijn vrouw) ad € 92.500 als erfgenaam.

Delen met twee legitimarissen.

Nu de twee kinderen een beroep deden op hun legitieme portie had de uitkomst als volgt kunnen zijn:

Nalatenschap € 92.500, waarvan uit te keren aan de kinderen tweemaal 1/6e deel van € 92.500 is € 30.833 zodat voor de stiefmoeder € 61.667 overblijft. Dit bedrag nog te verhogen met € 72.500 als afwikkeling van de partnerschapsvoorwaarden.

Maar het verhaal werd heel anders!

Eerst de legitimaire massa berekenen!

Om de legitieme portie te kunnen berekenen, moet eerst de legitimaire massa vastgesteld worden. Die is niet zonder meer gelijk aan de nalatenschap van de erflater.

De nalatenschap is gelijk aan de bezittingen verminderd met de schulden van de nalatenschap. Maar niet alle schulden kunnen afgetrokken worden. De kosten van de uitvaart wel, maar de kosten van de executeur niet.

Uit een verklaring van de notaris die de partnerschapsvoorwaarden had opgesteld bleek dat het finaal verrekenbeding in deze casus speciaal was opgenomen om de legitieme porties van de kinderen zo laag mogelijk te houden.

De rechtbank zegt het volgende over het opnemen van een alsof-beding:

'Een alsof-beding is uitdrukkelijk niet het aangaan van een goederengemeenschap maar bij overlijden wordt slechts de fictie gecreëerd alsof deze bestaat en is er een contractuele plicht tot verrekening.

Een huwelijksgoederen-gemeenschap die wordt aangegaan kort voor overlijden is anders. Onder oud recht is hierover al geoordeeld door de Hoge Raad waarbij hij heeft beslist dat hier geen sprake is van een schenking, zodat huwelijksvermogensrechtelijke verkrijgingen – in dat geval – geen deel uitmaken van de legitimaire massa. (zie HR 17 maart 1971, nr. 16.473). Het aangaan van een huwelijksgemeenschap is daarom geen gift.'

De twee nazaten van de man gingen niet akkoord met bovenstaande berekening van hun legitieme portie.

De uitvoering van het finaal verrekenbeding was een quasi-legaat!

Zij stelden dat de schuld van hun vader aan zijn nieuwe partner geen normale boedelschuld was maar een quasi-legaat. En daardoor mocht deze schuld niet afgetrokken worden bij het berekenen van de legitimaire massa.

De rechter heeft een uitgebreide verhandeling gehouden over quasi-legaten maar ik volsta hier met het volgende citaat (zie onderdeel 4.9 van de uitspraak):

‘Nu het verrekenbeding geen verblijvings- of overnemingsbeding is, is het van belang te duiden wat het verrekenbeding inhoudt. Naar oordeel van de rechtbank is het een verplichting die leidt tot een voorwaardelijk vorderingsrecht dat de partners elkaar over en weer toekennen. De verplichting tot verrekening en de uitvoering daarvan leidt namelijk onder onbepaalde maar zekere tijdsvoorwaarde – de dood van één der partijen – en voorts voorwaardelijk op de hoogte van het eigen vermogen tot een vordering van de één op de ander, waarbij de minst vermogende de aanspraak verkrijgt. Men gaat hiermee derhalve een beding aan waarbij men een voorwaardelijk vorderingsrecht verstrekt bij dode. Indien men dit afzet tegen de wettelijke definitie van ‘legaat’ zoals in artikel 4:117 lid 1 BW. – een uiterste wilsbeschikking waarin de erflater aan een of meer personen een vorderingsrecht toekent, - dan brengt dit met zich mee dat het alsof-verrekenbeding voor erfrechtelijke toepassing moet worden beschouwd als een alsof-legaat.'

Het gevolg was dat de legitimaire massa (in mijn voorbeeld) in één klap met € 72.500 omhoog ging.

Maar de legitimarissen waren nog niet klaar.

Hun vader had twee jaar voor zijn overlijden een bedrag van € 135.800 aan een nicht geschonken. Voordat haar oom een nieuwe vriendin had ontmoet was zij tot enig erfgenaam benoemd.

Ongebruikelijke giften!

In artikel 4:65 met 4:67 aanhef sub a en e van het Burgerlijk Wetboek (BW) is bepaald dat bij de berekening van de legitieme onder meer giften in aanmerking moeten worden genomen die kennelijk zijn gedaan met de bedoeling dat daardoor legitimarissen worden benadeeld en andere giften die binnen vijf jaar voor het overlijden van de erflater zijn gedaan. 

Deze giften moeten bij de legitimaire massa geteld worden. 

De rechtbank moest vaststellen of deze schenking ongebruikelijk of bovenmatig was.

Gezien de positie waarin oom zich tijdens deze schenking jegens zijn nicht verhield, was de schenking niet ongebruikelijk. Maar op het moment van schenken was zijn vermogen ruim € 340.000. Hij schonk dus bijna de helft van zijn vermogen aan zijn nicht.

En dat vond de rechtbank bovenmatig zodat de legitimaire massa nog eens met € 135.800 omhoog ging.

Die werd daarmee: € 162.500 (is nalatenschap exclusief quasi-legaat) + schenking ad € 135.800 is € 300.800. Legitieme portie per persoon: 1/6e maal € 300.800 is € 50.133.

Onderzoek kan veel opleveren!

In vergelijking met de berekening van de stiefmoeder krijgen de kinderen per persoon € 34.716 meer. En stiefmoeder € 69.432 minder.

Het kan dus nogal wat uitmaken of een legitimaris blindelings de aangifte erfbelasting van zijn overleden ouder volgt of eerst een gedegen onderzoek instelt.

Wijzigen huwelijkse voorwaarden werkt wél!

Uit deze uitspraak blijkt dat een finaal verrekenbeding bij het bepalen van de legitimaire massa buiten beschouwing wordt gelaten.

Zoals de rechtbank ook uitlegde: nog voor het overlijden de huwelijkse voorwaarden omzetten in gemeenschap van goederen werkt wél! En dat wordt ook niet als een schenking gezien die meegeteld wordt bij het bepalen van de legitimaire massa.

Te goeder trouw verkregen rechten worden geëerbiedigd.

En verder hoeven ANBI’s niet beducht te zijn voor legitimarissen die plotseling op de stoep staan om schenkingen alsnog te verrekenen. Te goeder trouw door derden (geen familieleden) verkregen rechten blijven onaangetast.

En wanneer zijn schenkingen bij leven – denk bijvoorbeeld aan periodieke giften aan een ANBI – ongebruikelijk? Niet gauw.

Juist mensen op leeftijd hevelen in hun nadagen vaak geld over naar goede doelen. Het mes snijdt dan aan twee kanten: a. een periodieke gift is aftrekbaar voor de inkomstenbelasting en bespaart dus belasting voor tijdens leven en b. de gift is vrijgesteld van schenkbelasting.

Een legitimaris moet zijn legitieme portie binnen vijf jaar na het openvallen van de nalatenschap opeisen. Als hij of zij dat niet doet, vervalt de legitieme portie.

Voorkom verrassingen!

Als een ouder zijn of haar kind wil uitsluiten als erfgenaam maar het idee heeft dat het kind daar niet mee akkoord gaat, is het aan te bevelen om al in het testament de legitieme portie aan het kind te legateren. Dat schept direct duidelijkheid.

Uit deze casus blijkt ook dat huwelijkse voorwaarden en de testamenten van de partners vaak communicerende vaten zijn. Het is belangrijk dat ze op elkaar aansluiten.

Breng cijfermatig in beeld hoe beide op elkaar inwerken.

Er zijn notarissen die een heel uitgebreid testament opstellen en er vanuit gaan dat zo’n testament voldoende ruimte biedt om een zo voordelig mogelijke aangifte erfbelasting in te dienen. Het gevolg: een testament met veel overkill waardoor het onleesbaar wordt, en er geen idee van hebben hoe de financiële situatie van de cliënt is.

Het gevolg kan dan zijn dat zinvolle estate planning achterwege blijft. En anticipeer ook op de verschuldigde erfbelasting zodat die geen onaangename verrassing oplevert.


21 November 2021, Gepost door Peter Meijne


Dit kan ik voor u doen!

Meijne belastingadviseurs beschikt over een brede ervaring. Heeft u een lastige kwestie op gebied van belastingen? Peter Meijne is zeer gespecialiseerd en is u graag van dienst op onderstaande gebieden: